DGP

Wij staan voor onze dorpen

Woonlasten stegen met 2,8% per jaar

(Bron: COELO)

De gemiddelde stijging van de woonlasten over de afgelopen 7 jaar is als gevolg van ons beleid beperkt gebleven tot 2,8% per jaar, ook voor bedrijven is de gemeentelijke lastendruk beperkt gebleven. We doen het in vergelijking met andere gemeenten heel goed. De feiten op een rij.

De sprongen zitten in 2015, 2020 en 2021.

Dit jaar hebben we de OZB met 10% extra verhoogd als tijdelijke maatregel. Als het aan de DGP ligt zullen we in de komende jaren de indexering op de OZB niet toepassen. Dit doen we vooruitlopend op het bezuinigings-traject (ZBB) en is vastgelegd in de meerjarenbegroting (2021-2024).

In 2020 is de OZB extra verhoogd als gevolg van de opgelopen uitgaven voor Jeugdzorg. Door tegelijkertijd de rioolheffing te verlagen vielen de woonlasten voor de meeste inwoners lager uit.

In 2015 is de OZB extra verhoogd om het tekort uit de vorige collegeperiode (VVD-CDA) weg te werken. Ook toen hebben we in het jaar daarop de indexering niet toegepast, waardoor de lasten lager uitkwamen.

In de overige jaren zijn wij t.a.v. de OZB onder het landelijk gemiddelde gebleven.

Bedrijfspanden

Voor bedrijfspanden is de tariefstijging dezelfde geweest als voor woningen. Gemiddeld maakt het daarom geen verschil. Per bedrijf kan het verschillend zijn omdat de waarde van een bedrijfspand sterker kan fluctueren. Wel kan uit de gegevens van het COELO worden opgemaakt dat de stijging van de opbrengst van de OZB (gemiddeld 0,6%) voor niet woningen (waaronder bedrijven) in de loop der jaren is achtergebleven bij woningen (gemiddeld 1,8%). Dit is exclusief areaal-uitbreiding.

Ook op dit punt houden wij ons aan onze verkiezingsbelofte.

Reacties zijn gesloten.